22. St. Josephkerk

De St. Josephkerk

Klokslagen over rode dakpannen
Stilte vibreert langs straten
Weer een slag
Weer een uur
Weer een dag

Tussenin loop ik
Over de Kaai
Langs de Markt
door de tijd

Ontelbare uren hebben we hier gelopen
En telbare uren zullen nog komen
Weer een slag
Weer een uur
Weer een dag

De stad lijkt bewegingsloos
Zij is er altijd al geweest
Voor en na de klokslagen
Alles veranderd, maar wanneer?

Nu valt er middenin
Tussen wat is geweest en komen gaat
De klok luidt tegelijkertijd
begin en einde

We staan bewegingsloos in Roosendaal
Midden tussen de tijd in
Weer een slag
Weer een uur
Gelukkig weer een nieuwe dag
 

Het project Rob Mies is in 1968 begonnen en er komt voorlopig geen eind aan.
Enkele mijlpalen in het project zijn de oprichting van DichtersRAD in 2000 en het vervolg hierop, de dichtersclub AquaREdT.
Poëtische notulen over het Roosendaalse zijn lange tijd te horen geweest in het radioprogramma Bloedend Haerdt.
De gedichten die opgenomen zijn in de RGR zijn uit de jaarvergaderingen van de ZiePoezieNacht gehaald.

— Rob Mies

Voor iemand die vlak in de buurt woont van de St. Joseph kerk (of welke andere kerk dan ook in Roosendaal), zijn de klokken een constante factor op de achtergrond.
Als men er niet bij stil staat, dan doen zij gewoon hun ding. Maar als men er op gaat letten, dan gaat men beseffen dat niets het voortschrijden van de tijd kan tegenhouden.
De tijd gaat toch wel voort. Daar hebben we geen klokken voor nodig. We hebben echter wel klokken nodig om ons daar bewust van te maken.
Daar draait het om in dit gedicht; niets blijft hetzelfde en de verandering wordt pas gezien als men stilstaat bij dat wat geweest is.
Tegelijkertijd verwijst dat bewust worden ook op het gedicht zelf. Het gedicht maakt ons bewust van alledaagsheid, maar dan in een ander licht (dat is ook de functie van veel gedichten).
Zonder te veel uit te willen spellen, probeert het gedicht een gevoel op te roepen van een Roosendaal die aan de ene kant onveranderlijk lijkt, en aan de andere kant aan zoveel verandering onderhevig is.
Niet treurend om wat er niet meer is (hoewel er niks mis is met een gezonde dosis melancholie), maar kijkend naar wat nog komen kan gaan.
 

— Rob Mies