28. Beekdalblues

Beekdalblues

waar ik met mijn hond ook deze avond
loop weerkaatst de late voorjaarszon
de kou van helderblauwe lentelucht
in water dat dit dal tot beekdal maakt

weiland waar vanochtend hazen gaten
sprongen in de nevel boven het bedauwde
gras en waar hoger op een middag
de buizerd zich verjagen liet door zwarte

kraaien die hun kroost beschermen
tegen dood vleit zich verankerd met
geknotte wilgen langs de oevers neer

een jonge vaars meer zwart dan wit drinkt
klikklak water uit de klikklakbak die zich
gewoon weer vult voor de slok die volgt

Geboren in Roosendaal in 1961, woonachtig in Wouw sinds 1991.
Mijn eerste herinnering aan de dichtkunst is er een van frustratie. Van de juf van de vijfde klas mocht een medeleerling haar opstelschrift met daarin haar gedicht meenemen naar haar huis om het daar door haar ouders te laten lezen. Haar gedicht was mooi en zij ook. Maar waarom mocht ik mijn opstelschrift met daarin mijn gedicht niet meenemen naar mijn huis om het daar door mijn ouders te laten lezen. Mijn gedicht was ook mooi.
Met haar is het nooit wat geworden, in mezelf ben ik blijven geloven. Ik bleef schrijven en dit resulteerde jaren later in een volle verzamelmap gedichten. Een eerste selectie hieruit verscheen in september 2017 in mijn debuutbundel “Dood de tijd”. Nieuwe publicaties volgen.

— Ivo Weterings

Het gedicht beekdalblues van de gedichtenroute bezingt de melancholieke schoonheid van de omgeving waar ik woon en wandel. Dit gedicht zal overigens deel uitmaken van een later dit jaar te verschijnen dichtbundel over Wouw.

— Ivo Weterings